Grijze stof

Doorsnede van halswervel

grijze stof
1 voorhoorn
2 achterhoorn
3 commisura grisea

witte stof
4 voorstreng
5 zijstreng
6 achterstrengen
7 commisura alba anterior
8 fissura mediana anterior
9 sulcis medianus posterior
10 centraal kanaal

spinale zenuwen
11 voorste wortel
12 achterste wortel
13 ganglion spinale

De grijze stof of substantia grisea[1] is het deel van het centrale zenuwstelsel dat de cellichamen van de zenuwcellen, de dendrieten en de korte axonen bevat. De witte stof is het deel dat de lange, gemyeliniseerde axonen bevat. De grijze stof bevindt zich in de hersenen vooral, maar niet uitsluitend, aan de buitenkant, waar het de cortex cerebri, de hersenschors van de grote hersenen, en de cortex cerebelli, de schors van de kleine hersenen, vormt. De grijze stof in het ruggenmerg bevindt zich in tegenstelling tot in de hersenen juist aan de binnenkant.

De grijze stof heeft als functie het verwerken van informatie, terwijl de witte stof de communicatie tussen de zenuwcellen verzorgt. De karakteristieke grijsbruine kleur komt door het mengsel van bloedvaten en cellichamen van zenuwcellen.

Etymologie

Het bijvoeglijke naamwoord grisea komt in het klassieke Latijn niet voor,[2] maar is van het Franse woord voor grijs afgeleid, gris.[2] Als alternatief worden ook substantia cana[3] en substantia cinerea[4] gebruikt. Het bijvoeglijke naamwoord cana komt voor in het klassieke Latijn[5] en betekent grijs[2] of grijsachtig wit.[6] Het eveneens klassieke Latijn cinerea betekent askleurig.[5]

Voetnoten
  1. Federative Committee on Anatomical Terminology (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme
  2. a b c Triepel, H. (1910). Die anatomischen Namen. Ihre Ableitung und Aussprache. Mit einem Anhang: Biographische Notizen.(Dritte Auflage). Wiesbaden: Verlag J.F. Bergmann.
  3. Triepel, H. (1910). Nomina Anatomica. Mit Unterstützung von Fachphilologen. Wiesbaden: Verlag J.F. Bergmann.
  4. Schreger, C.H.Th.(1805). Synonymia anatomica. Synonymik der anatomischen Nomenclatur. Fürth: im Bureau für Literatur.
  5. a b Lewis, C.T. & Short, C. (1879). A Latin dictionary founded on Andrews' edition of Freund's Latin dictionary. Oxford: Clarendon Press.
  6. Stearn, W.T. (1983). Botanical Latin. History, grammar, syntax, terminology and vocabulary. (3rd edition). Newton Abbot London: David Charles.